Meer dan 300 Iraanse vrouwenrechten activisten hebben steun betuigd aan de recente protesten tegen de overheid in Iran en eisten het einde van de staatspolitiek die vrouwen ontmoedigt zich op de arbeidsmarkt te begeven. Een verklaring uitgegeven op 11 Januari 2018 en ondertekend door prominente mensenrechten verdedigers, waaronder Shirin Ebadi en Parastou Forouhar, stelde: “Als campagnevoerders tegen discriminatie en voorstanders van gelijkheid voelen wij het als onze plicht deel uit te maken van deze veelzijdige beweging en aanwezig te zijn in de straten en andere publieke ruimtes teneinde onze rechten op te eisen.”
De verklaring gaat als volgt verder: “Ons standpunt is dat de eisen van het volk op het conto van de regering kunnen worden geschreven en dat deze niet zijn toevlucht kan nemen tot intimidatie, discriminatie en onderdrukking. Buiten de eis dat alle politieke en gewetensbezwaarde gevangenen moeten worden vrijgelaten, eisen wij de vrijheid van groepsvorming en bijeenkomsten en het einde van politieke maatregelen die vrouwen verplichten thuis te blijven.”

Tenminste 25 mensen zijn gedood, nadat vanaf 28 December 2017 meer dan een week durende demonstraties waren uitgebroken in tientallen Iraanse steden. De autoriteiten hebben de demonstraties hardhandig onderdrukt en honderden mensen zitten nog vast zonder aanklacht.
De activisten merkten op dat discriminatoire praktijken tegen vrouwen op de werkplek en de staatspolitiek die vrouwen ontmoedigt aan het arbeidsproces mee te doen, de werkloosheidscijfers in het land doen toenemen – een van de hoofdbezwaren uit de recente protesten.
Verder schreven de activisten: “Vier jaar geleden heeft de vrouwenbeweging al een verklaring uitgegeven met de waarschuwing dat steeds meer vrouwen in armoede zullen belanden. Heden ten dage geven zelfs de officiële data aan dat onze voorspelling correct was. Tussen 2005 en 2014 hebben elk jaar 100.000 vrouwen hun baan verloren. Alleen al in 2014 zijn meer dan 2/3 van de vrouwen die met zwangerschapsverlof gingen hun baan kwijtgeraakt.”
De vrouwenrechten activisten voegden hier nog aan toe: “Terwijl een groeiend aantal vrouwen in staat bleek de seksistische barrières aan de universiteiten te doorbreken, hebben hun diploma’s de deuren naar de arbeidsmarkt niet geopend”.
De Wereld Bank rapporteerde in Oktober 2017 dat de Iraanse werkloosheidcijfers van respectievelijk 21.8% voor vrouwen en 10.4% voor mannen duiden op een groeiende gender kloof op de landelijke arbeidsmarkt in vergelijking met 2015.
“In het afgelopen jaar ging geen dag voorbij zonder vreedzame massaprotesten ergens in het land van woedende arbeiders en leraren die hun achterstallige salarissen opeisten en van spaarders die hun geld terugeisten van investeringsinstellingen,” aldus de activisten.
Hun verklaring gaat als volgt verder: “De mensen hebben heel veel demonstraties gehouden voor het Parlement en voor overheidskantoren om hun problemen aan de officials over te brengen. Hun tot nu toe niet gehoorde stemmen worden nu door iedereen gehoord door de demonstraties in steden en dorpen door het hele land. Nu dringen velen er op aan dat men zich rustig houdt. Zij bieden gematigde oplossingen aan om tot verandering te komen. Zij zien de straatprotesten als gevaarlijk en provocatief om staatsgeweld te rechtvaardigen. Maar de geschiedenis van volksprotest gedurende de laatste dertig jaar is vol van dezelfde vreedzame burgeracties in combinatie met grove en gewelddadige reacties….daarbij het recht op protesteren schendend.”
Overeenkomstig Artikel 27 van de Iraanse Constitutie “mogen publieke bijeenkomsten en betogingen in vrijheid worden gehouden, op voorwaarde dat geen wapens worden gedragen en dat deze activiteiten niet tegen de fundamentele principes van de Islam ingaan”.