“De Iraanse autoriteiten moeten Maryam Akbari Monfared onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij laten en haar direct en regulier toegang tot medische zorg verlenen die zij buiten de gevangenis nodig heeft. Ook moeten zij haar beschermen tegen marteling en andere mishandeling waar het onthouden van medische zorg toe kan leiden. Amnesty dringt er eveneens bij de Iraanse autoriteiten op aan het kwellen en vervolgen van families van de slachtoffers van de massa executies van 1988 te stoppen. De autoriteiten dienen hun rechten te respecteren aangaande waarheid, gerechtigheid en genoegdoening, hierbij inbegrepen een diepgaand, effectief en onafhankelijk onderzoek en het voor het gerecht brengen van de verantwoordelijken met een fair proces zonder dat dit tot de dood straf leidt”. Aldus Amnesty International afgelopen donderdag.
URGENTE ACTIE
Gevangene Wordt Medische Behandeling Ontzegd door het Indienen van een Klacht.
Gewetensbezwaarde Maryam Akbari Monfared, die een straf uitzit van 15 jaar in de Evin Gevangenis van Teheran, wordt de toegang tot medische behandeling ontzegt. Zij heeft te maken met represailles nadat ze een formele klacht had ingediend om een officieel onderzoek te starten naar de massamoord in de zomer van 1988 op politieke gevangenen, waaronder haar broer en zuster.
Iraanse officials weigeren gewetensbezwaarde Maryam Akbari Monfared naar haar geplande medische afspraken buiten de gevangenis te laten gaan voor de behandeling van haar reumatische artritis en thyroïd problemen. De Hulpaanklager (dadyar) van de Evin Gevangenis heeft tegen haar familie op 24 Oktober gezegd dat haar doktersafspraken zijn geschrapt omdat ze te “brutaal” was geworden (por-rou).
Hierbij wordt gedoeld op een formele klacht van Maryam Akbari Monfared, opgesteld binnen de gevangenis op 18 Oktober. Hierin vraagt zij om een officieel onderzoek naar de massa-executies in 1988 van naar schatting 5000 politieke gevangenen, waaronder haar broer en zuster, de plaats van de massagraven en de identiteit van de betrokken daders. Het verbieden van medische zorg volgt op andere represailles tegen haar, waaronder het verbod van het Bureau van de Aanklager op verder gevangenisbezoek van haar familie en de dreiging met nieuwe aanklachten tegen haar.
Maryam Akbari Monfared is gearresteerd op de vroege ochtend van 31 December 2009. In de daarop volgende 5 maanden bleef haar familie in onzekerheid over haar lot en verblijfplaats. In Mei 2010 verscheen zij voor een Revolutionair Hof in Teheran, waar zij werd veroordeeld tot 15 jaar hechtenis op meerdere beschuldigingen, waaronder “vijandigheid tegen God” (moharebeh) omdat zij lid was van een van de verboden oppositie groepering. De juridische procedures waren duidelijk incorrect en haar veroordeling was alleen gebaseerd op het feit dat zij telefoongesprekken had gehad met haar familieleden die een keer had bezocht vlakbij het Kamp Ashraf in Irak. De eerste 43 dagen na haar arrestatie zat zij in een isoleercel, waar zij intensief werd ondervraagd en geen toegang had tot een advocaat. Ze ontmoette haar door de staat toegewezen advocaat voor de eerste keer op het proces dat zich beperkte tot één korte sessie. Ze heeft nooit een onderbouwd oordeel gezien met bewijs en legale onderbouwing voor haar veroordeling. Maryam Akbari Monafred’s echtgenoot heeft gezegd dat tijdens haar proceszitting de rechter haar vertelde dat “zij moest boeten voor de activiteiten van haar broer en zus . Haar bezwaren werden kortaf en zonder redenen niet ontvankelijk verklaard. echtgenoot heeft gezegd dat tijdens haar proceszitting de rechter haar vertelde dat “zij moest boeten voor de activiteiten van haar broer en zus. Haar bezwaren werden kortaf en zonder redenen niet ontvankelijk verklaard.