10 dec 2017 – Het Iraanse Hooggerechtshof heeft de doodstraf gehandhaafd tegen de in Iran geboren en in Zweden wonende Ahmadreza Djalali, die sinds April 2016 in Teheran gevangen zit na zijn arrestatie door het Ministerie van Veiligheid.
Zijn vrouw, Vida Mehran-nia, vertelde het Centrum voor Mensenrechten in Iran (CHRI) dat de hoofdadvocaat van haar echtgenoot tijdens een zitting op 5 December 2017 het besluit van het Hooggerechtshof had vernomen, maar dat een afschrift van de beslissing hem onthouden was. Een lid van het verdedigingsteam van Djalali, advocaat Zeynab Taheri, heeft op 10 December de beslissing van het Hooggerechtshof aan CHRI bevestigd.

“Ahmadreza wilde een herziening door het Hooggerechtshof van zijn veroordeling, maar handhaving van zijn doodstraf was al snel het resultaat,” zei Mehran-nia. “Ik roep wederom President Hassan Rouhani en de rechterlijke macht op de zaak van mijn echtgenoot te heropenen.”
“Ga niet alleen maar uit van de persoonlijke mening van twee ondervragers. Speel niet op deze manier met iemands leven. Ahmadreza heeft 2 kinderen van 5 en 15 jaar”, aldus Mehran-nia.“Mijn man wilde de beslissing op schrift zien om te begrijpen waarom hij ter dood is veroordeeld. Maar zijn bezwaren vonden geen ingang. Ook deze keer is hem wederom een kopie van de beslissing geweigerd. Zijn advocaat mocht alleen in de rechtszaal de beslissing even lezen,” vertelde Mehran-nia aan het CHRI.
Djalali, een onderzoeker in trauma medicijnen, is ter dood veroordeeld wegens “moharebeh” (vijandschap tot God), gebaseerd op een afgedwongen bekentenis op 21 Oktober 2017 door Afdeling 15 van het Revolutionaire Hof, voorgezeten door Rechter Abolqasem Salavati.
Djalali, die een niet praktiserend algemeen arts is met een postdoctorale graad in noodhulp en trauma medicijnen, is beschuldigd van spionage voor Israel. Echter, in een brief vanuit de Evin Gevangenis in Teheran, schreef hij dat hij in April 2016 is gearresteerd, nadat hij had geweigerd te gaan spioneren voor het Ministerie van Veiligheid.
Djalali schreef: “Mijn antwoord was NEE, en ik vertelde hen dat ik een wetenschapper ben, geen spion, en dat mijn wetenschappelijke hulp aan academische centra in Iran is gebaseerd op mijn liefde en toewijding aan mijn vaderland. Als men mij vraagt iets anders te doen, zoals spioneren, stop ik liever mijn samenwerking met Iran. Ze vroegen mij die bijeenkomst en hun aanbod te vergeten, en ze verzekerden mij dat ik hier nooit problemen door zou krijgen en dat ik door kon gaan met mijn samenwerking met academische centra in Iran.”
Djalali was al vaker in Iran geweest op uitnodiging van staatsorganisaties, waaronder de Rode Halve Maan. Het Ministerie van Veiligheid heeft hem op 24 April 2016 gearresteerd nadat hij op een officiële uitnodiging van de Universiteit van Teheran het land was binnengekomen.
Tenminste 12 personen met een dubbele of buitenlandse nationaliteit zitten momenteel in Iran gevangen na een oneigenlijke procesgang.
In November 2017 verklaarde Reuters dat tenminste 30 personen met een dubbele nationaliteit sinds de ondertekening van het nucleaire akkoord in Juli 2015 zijn gearresteerd door de Islamitische Revolutionaire Gardes (IRGC).