Amnesty International heeft opgeroepen tot een onderzoek naar vermoedelijke misdaden tegen de menselijkheid door de recent gekozen nieuwe president van Iran.
In 1988, negen jaar na de islamitische revolutie die Iraans huidige theocratische politieke systeem in het zadel hielp, was Raisi vice aanklager in de hoofdstad Teheran.
Hij en drie andere officials waren door de toenmalige leider van het land, Ayatollah Khomeini, geselecteerd voor een eenheid die bekend werd als “het doodspanel of de doodscommissie” van Teheran.
Khomeini had na het eind van de Iraans-Iraakse oorlog de massa executie verordonneerd van linkse verzetsgroepen die in gevangenissen verspreid over heel Iran vast zaten. Eind juli 1988 werden in het hele land “doodscommissies” gevormd om te beslissen over het lot van de gevangenen naar gelang hun politieke banden.
De lichamen van de geëxecuteerde gevangenen werden ‘s nachts in massagraven begraven en deze plekken zijn sinds die tijd nooit aan hun families bekendgemaakt.
Secretaris Generaal Agnès Callamard van A.I. zei afgelopen zaterdag: “Dat Ebrahim Raisi tot president is verkozen in plaats van dat er een onderzoek tegen hem wordt gestart voor misdaden tegen de menselijkheid zoals moord, gedwongen verdwijningen en martelingen, is een grimmige herinnering aan het feit dat straffeloosheid welig tiert in Iran. De omstandigheden rondom het lot van de slachtoffers en waar hun lichamen zijn gebleven, worden tot op de dag van vandaag door de autoriteiten systematisch verborgen gehouden, wat neerkomt op voortgaande misdaden tegen de menselijkheid.”