Zeven mensen veroordeeld tot lange gevangenisstraffen in verband met vreed-zame protesten.
30 September 2019 – Minder dan een jaar nadat Arbeidsrechten activisten in zuid-west Iran een publicatie hadden uitgebracht inzake de marteling van gearresteerde mensen door agenten van het Ministerie van Veiligheid, zijn de betreffende activisten én vier onafhankelijke journalisten die verslag deden van die gevallen allen tot lange gevangenisstraffen veroordeeld.
“De uitspraken duiden erop dat het nieuw benoemde hoofd van Justitie : Ehrabim Raisi, de intentie heeft het repressieve beleid van zijn voorganger voort te zetten door vreedzaam activisme af te straffen middels willekeurige arrestaties en illegale gerechtelijke optredens”, zei Hadi Ghaemi, uitvoerend directeur van het Centrum voor Mensenrechten (CHRI) in Iran.
Hij voegde daaraan toe:”Vrijheid van vergadering wordt gegarandeerd door de Iraan-se grondwet, echter, Justitie is bezig dat recht te minimaliseren door activisten en journalisten die een beroep doen op dat recht, af te straffen. Raisi heeft laten blijken dat hij haast wil zetten achter het verder uithollen van de wet in Iran door elke moge-lijkheid tot vreedzaam verzet de kop in te drukken”.
De veroordelingen maken deel uit van het hooghartige antwoord van de regering op de meer dan twee jaar durende protesten bij de Haft Tappeh suikerfabriek in de stad Shush in de provincie Khuzestan. Het ging hier om niet uitgekeerde lonen en arbei-dersrechten.
De volgende personen werden allen veroordeeld op grond van delicten tegen de “na-tionale veiligheid” wegens deelname aan of het verslaan van genoemde protesten, aldus een bericht op de Telegram-zender van de arbeiders van Haft Tappeh op 7 september 2019.
Ze werden allen gevonnist door de beruchte “havik” Rechter Mohammad Moghiseh bij afdeling 28 van het Revolutionaire Hof van Teheran:
Esmail Bakhshi, werknemer en vertegenwoordiger van de vakbond van Haft Tappeh: 14 jaar cel.
Sepideh Qoliyan : arbeidsrechten-activist en free-lance journalist: 18,6 jaar cel.
Amirhossein Mohammadifard : hoofdredacteur van de onafhankelijke Gam Telegram nieuws app.:18 jaar cel.
Asal Mohammadi , Sanaz Allahyari en Amir Amirgholi : verslaggevers van Gam: al-len 18 jaar cel.
Mohammad Khonifar, arbeider van Haft Tappeh, 6 jaar cel.
Vreedzame activisme en handelen op grond van persvrijheid: Beide behandeld als misdaden tegen de nationale veiligheid.
Op dezelfde dag dat de vonnissen werden uitgesproken , 7 september 2019, liet men oud-Officier van Justitie van Teheran,Saeed Mortazavi vrij , nadat hij twee van de drie jaar opgelegde gevangenisstraf had uitgezeten. Hij was als enige ambte-naar verantwoordelijk gesteld voor marteling en dood van drie politieke gevangenen in 2009. En hij kon nu gewoon de gevangenis uitlopen.
De zeven hiervoor genoemde aangeklaagden zijn op dit moment opgesloten in de Evin gevangenis in Teheran.
Arbeidsrechten activist Ali Nejati had ook bij deze massaberechting moeten zijn, maar sinds 28 januari 2019 is hij op borgtocht vrijgelaten om medische redenen. Het is onbekend wanneer hij voor zal moeten komen.
Als de veroordelingen in hoger beroep gelijk blijven, zouden de aangeklaagden elk zeven jaar gevangenisstraf moeten uitzitten en Khonifar vijf jaar, volgens Artikel 134 van het Islamitisch strafrecht, waarin bepaald wordt dat bij gevallen van meervoudige veroordeling slechts de langste straf geldt.
Alle zeven personen werden veroordeeld voor “samenkomst en samenzwering tegen de nationale veiligheid, groepsvorming met het oogmerk de nationale veiligheid te verstoren en contacten met organisaties met anti staat tendenties”.
Qoliyan e Bakhsi werden ook voor “het manipuleren van de publieke opinie en het publiceren van onwaarheden” veroordeeld.
Volgens Artikel 27 van de Iraanse grondwet mogen bijeenkomsten en marsen vrijelijk gehouden worden. Wapens mogen daarbij echter niet gedragen worden en zij mo-gen evenmin de fundamentele beginselen van de Islam schaden.
Maar vreedzaam activisme van de arbeiders wordt in Iran beschouwd als een aanval op de nationale veiligheid, onafhankelijke vakbonden mogen hun werk niet doen, sta-kers worden vaak ontslagen en lopen het gevaar gearresteerd te worden en ar-beidersleiders worden consequent vervolgd via aanklachten tegen alles wat maar te maken kan hebben met “nationale veiligheid”.
Arrestaties wegens het opeisen van niet-betaalde lonen, beschuldiging van marteling, begaan door de inlichtingendienst.
Qoliyan en Bakhshi waren aanvankelijk gearresteerd op 18 november 2018, bij een bijeenkomst van werknemers van Haft Tappeh in de stad Shush, die protesteerden tegen het feit dat hun lonen al vanaf 2017 niet uitbetaald werden.
Na hun vrijlating op borgtocht een maand later, maakten zij bekend dat agenten van het Ministerie van Inlichtingen Bahkshi gemarteld hadden terwijl hij onder hun toe-zicht stond. “Gedurende de eerste dagen hebben ze mij gemarteld zonder enige re-den of woordenwisseling: ze beukten op me in met hun vuisten en schopten me bijna dood. Ze hebben me zo vreselijk geslagen dat ik me in mijn cel zo’n 72 uur lang niet heb kunnen bewegen”, schreef Bakhshi op zijn Instagram account (dat nu verwijderd is) op 4 januari 2019.
Andere gevangenen, waaronder Qoliyan, bevestigden zijn verhaal. Hij schreef op 9 januari :”Ik was er getuige van hoe Esmail Bakhshi tijdens zijn gevangenschap op beestachtige wijze in elkaar geslagen werd. En bij ondervragingen vernederden ze hem …Ik ben bereid getuigenis af te leggen over mijzelf én Bakhshi bij een eerlijk proces”.
Op 20 januari werden Bakhshi en Qoliyan vervolgens opnieuw gearresteerd. Dat overkwam eveneens de journalisten die verslag gedaan hadden op het onafhankelij-ke nieuwskanaal van Gam Telegram app van hun zaken, alsook van de protesten bij Haft Tappeh.
Een groep parlementariërs veroordeelde de recente nieuwe inbreuk op de vrijheid van spreken en vergadering. Daarbij deden ze een beroep op Raisi, die door de Op-perste Leider Ali Khamenei in maart j.l. tot hoofd van de Rechterlijke Macht was be-noemd, de zware vonnissen te herzien.
“Toen Hojatoleslam (Ebrahim) Raisi aantrad als topman bij Justitie herinnerde hij het volk aan de betekenis van recht en een rechtvaardig proces. Maar helaas zijn we opnieuw getuige van dezelfde soort vonnissen als die waarvoor het vorige Hoofd van Justitie (Sadegh Larijanij) koos”, zei parlementariër Parvaneh Salahshouri in een toespraak op 1 september 2019.
Op 8 september volgde een nieuwsbericht afkomstig van bronnen van de Iraanse regering, inhoudende dat Raisi de vonnissen misschien gaat herzien.
” Volgens een betrouwbare bron heeft het Hoofd van Justitie (Ebrahim Raisi) het hoofd van de rechtbank van Teheran de speciale opdracht gegeven enkele vonnis-sen die recentelijk door een van de afdelingen van het Revolutionaire hof geveld zijn, opnieuw te bekijken en op redelijke wijze af te handelen en wel zo spoedig mogelijk”, aldus het Iraanse Studenten Nieuwsagentschap .
In dit bericht wordt niet duidelijk vermeld om wélke gevallen het gaat.
Evenmin staat erin dat Raisi in 1988 deel uitmaakte van de “dodencommissies” die opdracht gaven tot onwettige executies van duizenden gevangenen, dit alles geba-seerd op fatwa’s van de toenmalige Opperste Leider Ayatollah Ruhollah Khomeini, stichter van Islamitische Republiek.
Nog strenger optreden ook gericht op activisten, advocaten en studenten.
Milieu-activisten , studenten, advocaten, onderzoekers en activisten die strijden voor vrouwenrechten zijn nu doelwit geworden sinds de Iraanse Veiligheids- en Justitie-instellingen besloten hebben strenger op te treden waar het gaat om vrijheid van spreken, meningsuiting en vergadering. Dit proces lijkt versneld te zijn onder Raisi.
Het Korps van de Islamitische Nationale Garde onder verantwoordelijkheid van de Opperste Leider en het Ministerie van Veiligheidszaken onder President Rouhani zien erop toe dat het ingestelde strenge beleid uitgevoerd wordt door middel van arresta-tie van burgers bij vreedzame acties, zoals het deelnemen aan protesten of het schrijven van een artikel waarin het optreden van de Staat veroordeeld wordt.
“President Rouhani was gekozen voor zijn post, omdat hij beloofde de rechten van de burgers te verdedigen. Hij heeft echter niets gedaan om willekeurige arrestaties en schendingen van de mensenrechten door zijn eigen Ministerie van Inlichtingen aan te pakken”, aldus Gaemi.
“Het Iraanse volk leeft onder een regiem dat hen naar willekeur straft, waarbij de wet even terzijde geschoven wordt daar, waar iemand een beroep doet op diens grond-rechten”, voegde hij eraan toe.