IRAN, 11 November 2017—In antwoord op de aan hem toegekende jaarlijkse prijs van Reporters Zonder Grenzen, schreef de Iraanse politieke gevangene Soheil Arabi in een brief: “Geen enkele prijs kan me gelukkig maken, tenzij we samen een eind maken aan onderdrukking en de onderdrukkers ten val brengen.”
In een bepaalde passage van zijn brief schreef deze politieke gevangene die vast zit in sectie 8 van de Evin Gevangenis: “Toen de meeste media in handen waren van twee facties die elkaar beconcurreren in censuur en conservatisme, toen enkele mensen betaald kregen om ongeletterdheid en bijgeloof te promoten teneinde ons te misleiden, toen besloot ik om een onafhankelijk journalist te worden om te reflecteren op de waarheid zonder geschipper en censuur.”
“De arrogante heerser en zijn ondergeschikten hebben echter een onvoorstelbare angst voor ons waarheidsbegrip en de overdracht hiervan aan anderen. Zij houden ons bezig met mythen en bijgeloof en sussen ons in slaap teneinde onze rijkdom en ons land gemakkelijk te kunnen blijven plunderen. Ja, het ontwaken uit deze toestand staat gelijk aan het zich ontdoen van de tirannen, en daarom onderdrukken zij op wrede wijze de burgerjournalisten.”
“Dank u ten zeerste, mijn beste vrienden in het buitenland die mij deze eervolle prijs waardig achtten. Deze prijs geeft mij dubbele motivatie door te gaan met mijn werk als burgerjournalist, ook al zit ik achter de tralies, om de stem van de Iraanse ideologische en politieke gevangenen door te laten dringen tot alle wereldburgers, en ik hoop dat u doorgaat mij hiermee te helpen,” zo voegde Soheil toe.
In een ander stuk van de brief schrijft hij: “Vele jonge mensen zijn samen met mij gevangen gezet, waaronder tientallen andere politieke gevangenen en gewetensbezwaarden door heel Iran die geen adequate ondersteuning krijgen. Het gedwongen arbeidskamp in de secties 7 en 8 van de Evin Gevangenis houdt het onbetaalde werk van gevangenen in, die gedwongen worden het werk van bewakings-, keuken- en ziekenzaalpersoneel te doen, wat in tegenspraak met de gevangenisregels is.”
“Het slapen op kale vloeren, de verkoop van voedsel en goederen ver boven de prijs, gewelddadige inspecties en vele andere misstanden waaronder mensenrechtenschendingen komen voor in de gevangenissen van de Islamitische Republiek. Helaas, waar is de verlosser?”
Soheil Arabi, een gediplomeerd fotograaf en vader van een jong meisje, is door de veiligheidstroepen van de Revolutionaire Gardes in de herfst van 2013 gearresteerd en is gemarteld in eenzame opsluiting in sectie A2 van de IRGC gevangenis.
Soheil Arabi was eerst tot de doodstraf veroordeeld en vervolgens tot 7,5 jaar gevangenisstraf voor het publiceren van foto’s van de revolte van 2009, een cartoon van Khamenei en het plaatsen van artikelen op internet. Hij werd beschuldigd van “propaganda tegen de staat, afvalligheid, blasfemie tegen de Profeet en heiligschennis”. Daarbovenop is hij veroordeeld tot 3 jaar gevangenis en 30 zweepslagen voor belediging van de leiders van het regime. Overeenkomstig de uitspraak van het onderzoek hof van de mullahs is Soheil Arabi veroordeeld tot twee jaar “geloofsonderzoek” om zijn spijt te bewijzen en aan executie te ontkomen. Hiervoor moet hij 13 boeken vol absurde geschriften
van de mullahs over religie bestuderen en een samenvatting schrijven van al deze nonsens. Overeenkomstig deze walgelijke beslissing moet hij een geschreven antwoord op zijn twijfels bij het hof indienen, een stuk schrijven op basis van 5 religieuze boeken en elke drie maanden gedurende twee jaar een voortgangsrapport van zijn onderzoek bij het hof indienen. De doodstraf zal herroepen worden na het betonen van spijt bij het hof en gebleken gedragsverandering.