Mensen bleven de hele nacht op, vertelden verhalen en aten watermeloen en granaatappel, naast gedroogd fruit, in afwachting van de zonsopgang.
Als het licht zich tegen de hemel aftekende, vierden de Perzen zijn verschijning met trommelen en dansen. Men dacht dat de dag na de langste nacht toebehoorde aan Ahura Mazda, de Zoroastrische heer van de wijsheid.