8 Februari 2018 – Volgens Human Rights Watch zijn de afgelopen maand in Iran drie minderjarige delinquenten geëxecuteerd in Iran. Ondanks het beroep op Iran door vele mensenrechten organisaties om onmiddellijk te stoppen met deze praktijk, gaat het regime door met het opleggen van de doodstraf aan kinderen die een misdaad hebben begaan voordat ze 18 jaar waren.
Human Rights Watch maakte de namen bekend van de drie jonge mensen die in Januari zijn geëxecuteerd: Amirhossein Pourjafar, Ali Kazemi en Mahboubeh Mofidi. Zij zijn geëxecuteerd voor veronderstelde misdaden die zij hebben begaan toen zij respectievelijk 16, 15 and 13 jaar oud waren.
Amirhossein Pourjafar had kenmerken van een gedragsstoornis volgens zijn advocaat en hij heeft een deel van zijn gevangenistijd in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg doorgebracht. Desondanks is hij geëxecuteerd.
Ali Kazemi is op 30 Januari geëxecuteerd in de Bushehr gevangenis op grond van een veronderstelde moord die hij zou hebben begaan toen hij 15 jaar oud was. De autoriteiten hadden eerder beloofd de executie geen doorgang te laten vinden volgens de Imam Ali Society (een Iraanse NGO die zich bezighoudt met sociale problemen, in het bijzonder bij kinderen). Volgens zijn advocaat, Shahriar Khoramdel, hebben de rechters in het proces een forensisch arts niet toegestaan hem te onderzoeken op het feit of hij in staat was te begrijpen wat hij had gedaan.
Op dezelfde dag is Mahboubeh Mofidi geëxecuteerd in de Nowshahr gevangenis in de provincie Mazandaran.
Sarah Leah Whitson, de Midden Oosten directeur van Human Rights Watch, verklaarde: “Iran lijkt er op uit te zijn elke positieve indruk, opgebouwd door gematigde hervormingen van de executie wetten aangaande drugs, de kop in te drukken door meerdere minderjarige delinquenten op te hangen bij deze bloedige start van 2018. Wanneer zal de rechterlijke macht van Iran haar veronderstelde missie gaan uitvoeren, n.l. het waarborgen van gerechtigheid, en een halt toeroepen aan de bedroevende praktijk van het executeren van kinderen?”
Ondanks dat Iran als staat lid is van de Conventie van de Kinderrechten, gaat het door minderjarige delinquenten te executeren. Amendementen op de Iraanse strafcode stellen ook dat minderjarige delinquenten voor bepaalde misdaden niet geëxecuteerd zouden moeten worden. Artikel 91 van de code geeft rechters de bevoegdheid geen doodstraf op te leggen als het kind te jong of onrijp was om de consequenties en de aard van de begane misdaad te begrijpen.
Amnesty International heeft aangegeven dat tussen 2014 en 2017 tenminste 25 personen in Iran zijn geëxecuteerd voor misdaden die zij als minderjarigen hebben gepleegd.
Human Rights Watch roept het Iraanse regime op de doodstraf af te schaffen en de weg in te slaan naar afschaffing van alle vormen van doodstraf in het land. Whitson stelde: “Iraanse autoriteiten claimen vaak dat zij unfair worden behandeld door de internationale gemeenschap vanwege hun mensenrechten cijfers, maar zij schieten zich in hun eigen voet door hun beschamende eerste plaats wereldwijd bij executies voor misdaden begaan door kinderen.”
Buiten het uitvoeren van executies gaat Iran ook door met middeleeuwse strafmethodes als amputatie van ledematen en geseling. Dit soort wreedheden kunnen niet getolereerd worden en het Iraanse regime moet verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daden.