26 JAN 2016 – Twintig jaar nadat Iran het internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind ratificeerde, wordt een van de belangrijkste uitgangspunten ervan door de autoriteiten geminacht: het verbod op de doodstraf voor minderjarige criminelen. Tussen 2005 en 2015 noteerde Amnesty International  3 executies. Volgens een VN-rapport uit augustus 2014 wachten meer dan 160 minderjarige criminelen op de voltrekking van hun doodvonnis.

Iran voert daarmee de macabere lijst van executies op minderjarige criminelen wereldwijd aan.
Het aantal voltrekkingen van het doodvonnis heeft de afgelopen tien jaar flink geschommeld. In 2010 was deze het laagst met slechts één executie.
De daarop volgende jaren was er weer een stijging te zien, maar in 2015 ging het aantal weer omlaag. Voor zover bekend werden vorig jaar vier  minderjarige criminelen ter dood gebracht.
Opeenvolgende Iraanse regeringen en parlementen zijn er niet in geslaagd fundamentele hervormingen door te voeren die nodig zijn om een einde  te maken aan deze ernstige mensenrechtenschending. Terwijl rechtbanken minderjarige criminelen naar de galg sturen, proberen de autoriteiten  in antwoord op internationale druk de aandacht af te leiden door de veroordelingen te ontkennen of de waarheid te verdraaien. Ook wordt  geprobeerd het debat af te zwakken door te benadrukken dat de veroordeelde op het moment van de executie volwassen was. In april 2014 verklaarde ayatollah Sadeq Amoli Larijani dat ’in de islamitische republiek Iran geen executies van mensen onder de achttien jaar plaatsvinden’.

In strijd met Kinderrechtenverdrag
Iran is als partij bij het Kinderrechtenverdrag wettelijk verplicht om iedereen die jonger is dan achttien jaar als een kind te behandelen.
Dat geldt ook voor minderjarige criminelen, jongeren die op het moment van hun misdrijf nog geen achttien waren en daarom niet ter dood  veroordeeld mogen worden. Maar in Iran wordt een jongen als volwassen beschouwd op zijn vijftiende, voor een meisje ligt die leeftijd op negen jaar. Vanaf die leeftijd worden zij daarom berecht als een volwassene en kunnen dan ook het doodvonnis opgelegd krijgen.
In mei 2013 werd een nieuw islamitische wetboek van strafrecht aangenomen, waardoor er hoop was dat minderjarige criminelen niet meer ter dood veroordeeld konden worden. Voor een aantal misdrijven is de doodstraf voor minderjarige criminelen inderdaad afgeschaft, maar lang niet  voor alle. De jongeren die de laatste tien jaar zijn geëxecuteerd maakten zich schuldig aan moord, verkrachting, druggerelateerde misdrijven  en het vaag omschreven en breed toegepaste delict ‘vijandschap tegen God’.
Verzoek tot een nieuw onderzoek
Alleen als vaststaat dat de jongere niet de consequenties van zijn daad kon bevatten of als er twijfel bestaat over diens ‘geestelijke groei  en rijpheid’ kan een alternatieve straf opgelegd worden. Door deze nieuwe regels kunnen minderjarigen om een nieuwe rechtszaak vragen. Voor veel jongeren in de dodencel is het echter niet waarschijnlijk dat zij wegens twijfel over ‘geestelijke groei en rijpheid’ opnieuw berecht zullen worden. Zo’n nieuwe rechtszaak volgt niet automatisch, maar moet zelf in gang gezet worden. Aangezien veel veroordeelden laaggeschoold  zijn en over een beperkt sociaal netwerk beschikken, weten zij niet dat ze recht hebben op een ‘verzoek tot een nieuw onderzoek’. Daarnaast hebben zij ook geen geld om hiervoor een advocaat in te schakelen.
Fatemeh Salbehi
Toen ze zestien was werd Fatemeh Salbehi gedwongen met een veel oudere man te trouwen. Op haar zeventiende vermoordde zij hem en kreeg ze de doodstraf opgelegd. Tijdens een nieuwe rechtszaak werd gekeken hoe het met haar ‘geestelijke groei en rijpheid’ stond. Dat gebeurde door na te  gaan in hoeverre zij haar gebeden deed, religieuze boeken bestudeerde en begreep of het doden van iemand ‘religieus verboden’ (haram) is.
Ze werd toerekeningsvatbaar verklaard en op 13 oktober 2015 geëxecuteerd. Ze was toen drieëntwintig jaar.
Amnesty: stop met executies
Amnesty International is tegen de doodstraf, altijd en overal. Amnesty roept de Iraanse autoriteiten op de uitvoering van de doodstraf  onmiddellijk te staken. Ook moeten alle doodvonnissen voor minderjarigen direct worden omgezet zodat de straffen voldoen aan Irans verplichtingen volgens het internationaal recht.