28 januari 2020 – Op maandag 27 Januari bij het begin van de dag, zijn twee voor moord veroordeelde gevangenen, waaronder een man van 81 jaar, opgehangen in de provincie Chaharmahal Bakhtiari. Het staatsgecontroleerde nieuwsagentschap ROKNA berichtte over de executies, zonder de gevangenis te noemen waar de executies hebben plaatsgevonden.
ROKNA citeerde de Openbare Aanklager van het Revolutionaire Hof van de provincie Chaharmahal Bakhtiari, Abdulreza Ali-Mohammadi, aldus: “Een van de gevangenen met de initialen Kh. Gh., 81 jaar oud en inwoner van Boroujen, is in 2017 ter dood veroordeeld. De andere gevangene, met de initialen A. Gh., 31 jaar en inwoner van Khan-Mirza, is in 2013 ter dood veroordeeld.”
Iran’s welbewuste toepassing van het doodvonnis is een constante bron van internationale belediging en veroordeling. Volgens meerdere onafhankelijke
internationale organisaties, waaronder de VN Speciale Rapporteur over Mensenrechten in Iran en Amnesty International, heeft Iran de meeste executies per hoofd van de bevolking en staat Iran tweede, na China, in absolute aantallen. Iran staat ook bovenaan de lijst van executies van minderjarige en jonge overtreders.
In 2019 zijn tenminste 273 mensen geëxecuteerd, waaronder 9 jeugdigen, 17 vrouwen en 36 drugsgerelateerde veroordeelden. De werkelijke aantallen liggen hoger, omdat veel executies in Iran in het geheim worden uitgevoerd, zonder publiek en alleen met opdrachtgevers en uitvoerders als getuigen.