5 september 2018 – Massale arrestaties: dat was het antwoord van het Iraanse Regime op de grotendeels vreedzaam verlopen protesten van de laatste week en in het hele land.
In een brief van 8 augustus 2018 roept Amnesty International de Iraanse autoriteiten op een ieder vrij te laten die is vastgezet voor het alleen maar vreedzaam deelnemen aan de protesten. Ook roept A.I. de autoriteiten op direct een onpartijdig en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de dood van een demonstrant in Karaj, ten noordwesten van de hoofdstad Teheran, op 3 augustus 2018.
Amnesty heeft er ook bij de autoriteiten op aangedrongen de gevangenen te behoeden voor martelingen en andere slechte behandeling en het lot en de verblijfplaats bekend te maken van tientallen gevangenen, waarvan sinds hun arrestatie niets meer is vernomen.
De mensenrechten verdediger N. Afshari is een van deze gedetineerden. Hij is op 1 augustus 2018 in Karaj door het Ministerie van Veiligheid gearresteerd en sindsdien spoorloos. Men denkt dat hij vastzit in een geheim detentiecentrum.
Hoge inflatie en de scherpe devaluatie van de Rial hebben de economische crisis in Iran verdiept en de protesten veroorzaakt die op 31 Juli zijn begonnen. Echter, tientallen video’s die op de sociale media zijn verschenen laten ook demonstranten zien die slogans aanheffen tegen het politieke establishment, in het bijzonder tegen de Hoogste Leider van Iran.
In het algemeen zijn de demonstraties vreedzaam verlopen, maar sommige demonstranten hebben geweld gebruikt in de vorm van stenen gooien, brandstichting en het schade berokkenen aan auto’s en gebouwen.
Op 3 augustus 2018 meldde het door de staat gecontroleerde nieuwsagentschap Tasnim dat een protestgroep een religieuze school in het district Eshtehard in de provincie Alborz had aangevallen en ramen met stenen had bekogeld.
Op de sociale media zijn berichten en video’s te zien van onnodig en excessief machtsgebruik tegen demonstranten door de veiligheidstroepen. Volgens berichten van journalisten en mensenrechten activisten uit eigen land en onafhankelijke nieuwsgroepen uit het buitenland, hebben veiligheidstroepen veel mensen opgesloten in gevangenissen en geheime detentiecentra. De mensenrechten advocaat Abdolfattah Soltani denkt dat sinds de start van deze protesten tussen de 50 en 60 demonstranten uit Teheran zijn overgebracht naar de Evin gevangenis.
Volgens berichten op de sociale media zijn 50 vrouwelijke demonstranten overgebracht naar de Shahr-e Rey gevangenis in Varamin, buiten Teheran. In deze gevangenis, ook bekend als de Gharchak gevangenis, zitten honderden voor geweldsdelicten veroordeelde vrouwen vast in overvolle cellen, onder onhygiënische condities zonder veilig drinkwater, voldoende eten, medicijnen of frisse lucht.
Mannelijke demonstranten zijn na hun arrestatie overgebracht naar de Fashafouyeh gevangenis in zuid Teheran.
Amnesty International is bezorgd door berichten dat de gevangenen die zijn overgebracht naar de Evin, Shahr-e Rey en Fashafouyeh gevangenissen amper toegang hebben tot hun families of advocaten. Amnesty vreest voor het welzijn van Nader Afshari en andere gedetineerden.
Naar verluidt zijn tientallen mensen gewond geraakt bij het uiteenslaan van de protesten. Video’s op de sociale media laten menigten zien die lijken weg te rennen voor geweervuur. Op een video met opnames van het protest in de stad Shiraz is de stem te horen van de auteur die zegt: “Veiligheidstroepen in burgerkleding slaan in op de mensen.”
Op 3 augustus is Reza Outadi, een 26 jarige demonstrant, gedood in Karaj, ten noordwesten van Teheran. Volgens de Algemeen Aanklager van Karaj is hij “gedood door geweervuur van demonstranten tijdens de rellen die plaatsvonden in Karaj”. Hij zei dat Reza Outadi “in zijn rug was geschoten en hierdoor is gedood”. Ook claimde hij dat een aantal mensen van de veiligheidstroepen in de provincie Alborz gewond was geraakt, nadat ze waren beschoten, met messen gestoken en door stenen waren geraakt.
Fars Nieuws berichtte op 7 augustus dat de Algemeen Aanklager van Karaj had aangekondigd dat een speciale eenheid was opgezet om de dood van Reza Outadi te onderzoeken.
Aanvankelijk vertelden de autoriteiten de familie dat Outadi werd beschouwd als een “relschopper” (shooreshi) en dat zij daarom zijn lichaam niet zouden vrijgeven aan de familie. Ondertussen hebben zij zijn lichaam vrijgegeven en heeft zijn familie hem op 6 augustus begraven onder strenge veiligheidsmaatregelen.
Amnesty International is bezorgd dat de speciale eenheid die is ingesteld om de dood van Reza Outadi te onderzoeken niet aan de eisen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid volgens internationaal recht voldoet. Amnesty dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan er op toe te zien dat het onderzoek onpartijdig en onafhankelijk zal zijn en dat een ieder die redelijkerwijze verdacht wordt van crimineel handelen een eerlijk proces krijgt, waarbij de doodstraf niet meer wordt opgelegd.