Al Arabiya , Juni 2017– Amnesty International heeft een reisverbod veroordeeld dat door de Iraanse autoriteiten is opgelegd aan Dr. Mohammad Maleki. Hij is de voormalige president van de Universiteit van Teheran en wordt tegenwoordig gezien als een van de meest bekende mensenrechten verdedigers binnen Iran.
De 84-jarige mensenrechtenactivist mag Iran niet uit om zijn kinderen in Nederland en Canada te bezoeken als gevolg van een reisverbod dat de autoriteiten hem sinds 2011 hebben opgelegd als vergelding voor zijn geweldloze mensenrechten activiteiten, aldus een verklaring van de Londense organisatie. De organisatie bevestigde ook dat hij in het buitenland behandeld wil worden aan enkele ernstige gezondheidsproblemen, waaronder een hartkwaal, diabetes en prostaatkanker.
De Iraanse rechtbanken hebben een reisverbod aan Maleki opgelegd vanwege zijn mensenrechten activiteiten en in het bijzonder door zijn open verklaring van September 2011 aan de Speciale Rapporteur van de VN, waarin hij zijn bezorgdheid uitspreekt over de situatie van de mensenrechten in Iran, met inbegrip van de martelingen die hij moest ondergaan tijdens zijn verschillende gevangenisperiodes tussen 1981 en 2009.
“Het Iraanse volk heeft een referendum nodig over de vraag of zij door willen met het regime van de Islamitische Republiek of niet, zij hebben geen behoefte aan zogenaamde verkiezingen die de realiteit niet veranderen”, aldus Maleki in een telefonisch interview met Al Arabiya aan de vooravond van de recente presidentverkiezingen in Iran.
Maleki noemde de presidentverkiezingen in Iran “ondemocratisch” en “nutteloos” en pleitte voor een referendum over het politieke systeem van het land.
Zo zei hij ook in een ander interview van 7 Augustus dat “zolang het regime van de Wilayat al-Faqih aan de macht blijft in Teheran, repressie, onderdrukking, executies en mensenrechtenschendingen zullen voortduren”. Maleki benadrukte dat “arbeiders, boeren, leerkrachten, studenten en andere groepen van mensen zich de mate van het onrecht en de excessen beginnen te realiseren. Zij zien dat ze belastingen aan het regime betalen waarmee het zich mengt in de regio en de militanten ondersteunt in Irak, Syrië en Jemen”.