mei 2018 – Zijn naam is Jamil en hij is 24 jaar. Hij is 4 jaar geleden getrouwd en heeft nu een dochter van 8 maanden.
Jamil was een jaar lang sjouwer (kolbar), tot 3 november 2017, toen hij werd neergeschoten, gewond raakte en thuis moest blijven.
Enkele dagen geleden heeft de veiligheidsdienst van het regime Jamil opgeroepen om zijn klacht in te trekken die hij had ingediend tegen de grenswacht voor het beschieten en verwonden van hem, met als gevolg werkloosheid.
Als gevolg van zijn weigering, heeft de dienst van de grenswachten Jamil een boete van 2 miljoen tomans opgelegd vanwege zijn sjouwerswerk, met een termijn van 1 week om te betalen, zo niet dan moet hij de gevangenis in.
Volgens de staatsgecontroleerde krant Ghanoon in een artikel van 7 Mei 2018, heeft Jamil al enige maanden zijn huur niet kunnen betalen en is hij nu bang dat zijn huisbaas hem spoedig uit zijn huis zal zetten. Iedereen moet uiteindelijk zijn kosten van levensonderhoud betalen.

Hij stelt dat hij geen andere optie had dan als sjouwer te gaan werken om zijn gezin te kunnen onderhouden, omdat er veel werkeloze jongeren zoals hij in de stad zijn, die geen familie hebben die hen financieel kan ondersteunen.
Jamil vertelt dat hij tussen de $12 en $24 verdiende voor het dragen van een lading van 50 kilo kleren, cosmetische of hygiënische producten vanaf de andere kant van de grens. Maar 3 tot 5 dollar werd achtergehouden voor zijn eigen transport en voedsel.
De jonge sjouwer vertelt verder dat hij, neergeschoten en verwond door de grenswacht, enkele blanco vellen papier kreeg voorgeschoteld om te ondertekenen. “Terwijl ik ernstig gewond was, zei ik hen dat er niets op schrift stond om te ondertekenen”. Uiteindelijk heeft hij onder bedreiging de blanco papieren toch getekend.
Jamil zegt dat de politie hem twee keer opgezocht heeft om zijn klacht tegen de grenspolitie in te trekken, maar dat hij twee keer antwoordde: “Ik kan niet meer werken met deze verwondingen en dus zal ik alleen mijn klacht intrekken als jullie mijn ziekenhuiskosten betalen.”
Op Jamil’s negatieve antwoorden geeft de politie hem een boete van $500 voor het werken als sjouwer en zegt hem het bedrag binnen een kwartier te betalen.
Jamil zegt hen dat hij dat bedrag niet heeft en het ook niet bij elkaar kan krijgen.

Jamil is daarna opgesloten, maar de volgende dag op borg vrijgelaten doordat een familielid het bedrag alsnog betaalde. Jamil kreeg toen 10 dagen bedenktijd om of het bedrag te betalen of zijn klacht in te trekken.
“Ik heb bijna 2 miljoen tomans betaald voor behandeling en ik was bereid mijn klacht in te trekken als de grensbewaking mij dat bedrag zou betalen”, aldus Jamil.
Wijzend op de werkeloosheid in zijn stad, gaat Jamil verder: “Wat ik wil zeggen is dat als alle werkzoekenden in de stad aan het werk zouden kunnen komen of een bedrijf zouden kunnen starten, dan zouden zij niet als sjouwers zijn gaan werken, met alle gevaren en problemen van dien. Als ik een baan had voor $7 per dag, waarmee ik de huur en het levensonderhoud kon betalen, zou ik nooit als sjouwer zijn gaan werken”.

Een korte geschiedenis als uitleg:
Wat is een Kolbar?
Kolbars zijn sjouwers die op dagloonbasis werken aan de grens van Iraaks Kurdistan en Iran. Deze sjouwers dragen goederen de grens over. Kolbar is het Koerdische woord voor sjouwer. Het dagloon voor een kolbar komt meestal niet uit boven de $10. Verreweg de meeste kolbars zijn Koerden die in de steden en dorpen langs de grens van Iran en Iraaks Kurdistan wonen. Deze kolbars zijn vaak studenten en pas afgestudeerden die zo proberen financieel rond te komen. Door gebrek aan werkmogelijkheden voor jonge Koerden in deze regio, is het werk als sjouwer een van de weinige reële mogelijkheden voor een regulier inkomen.
Wie is de eigenaar van de goederen?
Het overgrote deel van de gesmokkelde goederen hoort toe aan zakenlui in Teheran. Deze handelaren gebruiken de kolbars om goederen Iran binnen te krijgen zonder invoerrechten te betalen. Deze goederen zijn in Iran ook vaak verboden, zoals sigaretten, alcohol, kleren, banden en electronica ( Ipads, televisies, smartphones). Een aanzienlijk deel van deze handelaren wordt niet bekend gemaakt en vervolgd, omdat ze directe banden hebben met figuren binnen het Iraanse regime.
Wie doodt de kolbars?
Alleen al in 2016 zijn 42 kolbars door Iraanse veiligheidstroepen gedood en in 2017 zijn tenminste 72 kolbars gedood of gewond geraakt door schoten van de Iraanse veiligheidstroepen. Het ironische is dat het Iraanse regime vaak werkvergunningen voor deze werkers uitgeeft; ze zijn echter nog steeds niet beschermd tegen het geweld van de grenswachten. Troepen van het regime doden ook zeer vaak de paarden van de kolbars.