Demonstranten eisen de onmiddellijke vrijlating van de 7 gijzelaars die door  Irakese troepen uit kamp Ashraf zijn ontvoerd.
Op zaterdag 12 oktober jl. hebben meer dan duizend Iraniërs en Nederlandse sympathisanten van het Iraanse verzet deelgenomen aan de demonstratie in Den Haag. Ze riepen de regering van de VS en de Verenigde Naties op de druk op de Irakese regering te verhogen om de 7 gijzelaars, waaronder 6 vrouwen, met onmiddellijke ingang vrij te laten.

Speciale eenheden van het Irakese leger hebben in opdracht van het Iraanse regime deze 7 vluchtelingen woonachtig in kamp Ashraf ontvoerd, nadat ze 52 medevluchtelingen in koele bloede van het leven hadden beroofd. De gijzelaars lopen gevaar om aan Iran uitgeleverd te worden. In Iran zullen zij zonder enige twijfel door het regime van de Mollahs worden   gemarteld en geëxecuteerd. De demonstratie begon voor de Amerikaanse ambassade en ging verder naar het Plein voor het gebouw van de Tweede Kamer.
De heer Elzinga, eerste Kamerlid voor de SP, sprak de demonstranten toe. Hij veroordeelde de misdaad tegen de menselijkheid die in Ashraf heeft plaatsgevonden. Een misdaad tegen mensen die volgens de vierde Geneefse conventie als beschermde personen waren erkend en onder de verantwoordelijkheid van de Verenigde Naties vielen. De heer Elzinga riep de Nederlandse regering alsmede de VS en de VN op om de Irakese regering onder druk te zetten om de gijzelaars vrij te laten.
Vervolgens heeft de heer Beumer, voormalig lid van het Europese Parlement, in zijn toespraak eenzelfde oproep gedaan voor de vrijlating van de zeven gijzelaars.

Daarna werden schriftelijke verklaringen van de Parlementsleden de heer Van Bommel van de SP en mevrouw Strik van GroenLinks alsmede van de heer De Haan voormalig Lid van Tweede Kamer, voorgelezen.  Zij hebben in hun verklaring de misdaad in Ashraf veroordeeld en de vrijlating van de gijzelaars geëist.
Ook de moeder van één van de 52 slachtoffers van de massamoord sprak de demonstranten toe.
Dominee Rozenboom, een voormalig locoburgemeester van Sassenheim en enkele Nederlandse mensenrechtenactivisten hebben de menigte toegesproken, waarin zij de eisen van de demonstranten onderstreepten.

Een aantal Iraniërs had zich verkleed in gevangeniskledij en stond achter een  geïmproviseerd traliewerk, de onderdrukking en executies in Iran symboliserend. 52 personen hadden zich in het geel gekleed met ieder een rode ballon als symbool voor de 52 slachtoffers van de aanval op Ashraf. De ballonnen met foto’s van de slachtoffers werden aan het eind van demonstratie, na het voorlezen van de verklaring van de demonstratie, als eerbetoon opgelaten.
Deelnemers aan de demonstratie scandeerden:  ‘US, US take action.… Release 7 hostages!’
De verklaring van de demonstratie is naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, het Parlement  en de Amerikaanse ambassade verstuurd.