30 Januari 2019 – De inlichtingen- en veiligheidsdiensten van het Iraanse regime hebben op 29 Januari om 17.30 u. lokale tijd Mr. Jafar Azimzadeh, Secretaris van de Raad van Directeuren van de Vrije Vakbondsunie van Iraanse Arbeiders, gearresteerd.
Volgens de berichtgeving is Azimzadeh opgesloten in het 11de hoofdkwartier van de politie in Karaj, ten westen van de hoofdstad Teheran en zal hij daar in hechtenis blijven tot nadere aankondiging van de rechter. Agenten hebben zijn laptop, zijn mobiele telefoon en persoonlijke bezittingen in beslag genomen.

Een paar uur later hebben veiligheidstroepen ook Ms. Parvin Mohammadi, de Vice President van de Vrije Vakbondsunie van Iraanse Arbeiders, gearresteerd in het district Fardis van Karaj en ook haar persoonlijke bezittingen in beslag genomen.

Naar aanleiding van het nieuws heeft de Vrije Vakbondsunie van Iraanse Arbeiders de arrestatie van haar bestuursleden veroordeeld.
Azimzadeh was al eerder veroordeeld tot 17 jaar gevangenisstraf vanwege het opkomen voor de arbeidersrechten tegen de corruptie en het mismanagement van het Iraans regime. Het Iraanse regime beschouwt een dergelijk optreden echter als ageren tegen de veiligheidshandhaving van het regime, als propaganda en gericht tegen het gezag van de mullahs in Iran. In 2016 is Azimzadeh als gevangene nog in hongerstaking gegaan gedurende 63 dagen.
“Waar elders ter wereld wordt een arbeider die vier keer minder dan de armoedegrens verdient, door de politie tot werken gedwongen?” Aldus Azimzadeh in een videoboodschap van Augustus 2018 op Telegram, een populaire en veelgebruikte berichten app in Iran. In zijn beschrijving van de arbeiderssituatie in Iran zei Azimzadeh: “Dit is een misdaad, dit is slavernij.”
Parvin Mohammadi vertegenwoordigde voorheen de arbeiders in de Iraanse Metaalindustrieën. In december 2018 publiceerde zij een open brief waarin zij het religieuze regime hevig bekritiseerde voor de nachtelijke overvallen in Ahvaz op huizen van arbeiders van de Iraanse Nationale Staalindustrie Groep (INSIG) en hiermee gepaard gaande arrestaties. In passages van deze brief richtte Mohammadi zich rechtstreeks tot de onderdrukkende heersers: “Heren, u hebt een aantal arbeiders gearresteerd en gevangen gezet. Maar wat gaat u vanaf nu doen met de woede en razernij van duizenden INSIG arbeiders en hun families en van miljoenen zwoegende arbeiders en loonslaven in het hele land, waarvan door uw toedoen het leven een hel is geworden?”
“Heren, ook al hebben de arrestaties en gevangennemingen van tientallen INSIG arbeiders geleid tot een voorlopig einde van de straatprotesten, wees ervan verzekerd dat dit niet het einde van de protesten is. Nu is een periode aangebroken waarin woede en razernij van de INSIG arbeiders en arbeiders in heel Iran zich samenballen en spoedig als een vu
vulkaan zullen uitbarsten”.