Gepubliceerd op 16 November 2018.
“De VN resolutie, waarin de systematische en ernstige schendingen van mensenrechten door het theocratische regime van Iran worden veroordeeld, bevestigt eens te meer dat het regime de meest fundamentele politieke, sociale en economische rechten van het Iraanse volk met voeten treedt” aldus de NCRI, bij de verwelkoming van de 65ste VN resolutie, waarin de mensenrechten schendingen in Iran worden veroordeeld.
De NCRI stelt verder: “Het Iraanse regime strookt op geen enkele manier met de 21ste eeuw en moet geïsoleerd worden door de wereldgemeenschap.”
De VN resolutie benadrukt “het alarmerend hoge aantal doodstraffen, ook tegen minderjarigen, het wijdverspreide en systematische gebruik van willekeurige opsluiting, slechte omstandigheden in de gevangenissen met doelbewuste ontzegging van adequate medische behandeling en verdacht overlijden in hechtenis.”
Gezien de andere misdaden en repressieve beleidslijnen van het regime, die in de resolutie niet genoemd worden, kan zeer wel gesteld worden dat het Iraanse regime de meest meedogenloze en agressieve schender van de mensenrechten is in de hedendaagse wereld. Het gaat hierbij om de systematische moord op in het buitenland verblijvende opponenten en het onthouden aan het Iraanse volk van hun rechten om het lot van hun eigen land te bepalen, een goed rechtssysteem en een goede rechtspraak te hebben, vrije toegang tot informatie te hebben en onafhankelijke vakbonden voor arbeiders, studenten en ambtenaren te kunnen vormen.
De wereldgemeenschap moet daarom de dossiers van de misdaden van het regime doorverwijzen naar de VN Veiligheidsraad en het recht van het volk van Iran erkennen zich te verzetten tegen een dergelijk inhumaan regime.
De NCRI benadrukt nogmaals: “ Het meest duidelijke voorbeeld van ernstige mensenrechten schendingen in Iran is de massamoord van 1988 op politieke gevangenen door belangrijke instellingen en leiders van het regime, die nog steeds aan de macht zijn, deze misdaad goed praten en immuun blijven voor bestraffing. De wereldgemeenschap staat voor een enorme test om de verantwoordelijken voor deze grootschalige misdaad tegen de menselijkheid in kaart te brengen en te vervolgen.”