3 aug 2018 – Amnesty International heeft in allerijl een kampanje opgezet om te voorkomen dat het Iraanse Regime een weg aanlegt over de massagraven van politieke gevangenen die vermoord zijn in de jaren 80.
De mensenrechtengroep roept mensen over de hele wereld op voor 6 september te schrijven naar de officials van het Regime die verantwoordelijk zijn voor deze beslissing en naar diplomatieke vertegenwoordigers ter plekke.
Amnesty stelt voor dat elke brief het Regime vraagt om:
• te stoppen met de vernietiging van deze graven
• hun geliefden toe te staan hun doden in waardigheid te begraven
• te stoppen met het lastigvallen van families die gerechtigheid zoeken voor hun familieleden
• te erkennen dat massagraven misdaadplekken zijn die door forensische experts zouden moeten worden onderzocht
• een diepgaand crimineel onderzoek naar de verdwijningen te doen en de verantwoordelijken hiervoor rekenschap te laten afleggen.

Het Weg Project
Op 20 juli is foto- en videobewijs tevoorschijn gekomen waarop de vernietiging van de vaste omheining van de massagraven en van de grafindicatie van tientallen individuele graven te zien is, terwijl nu prikkeldraad en zware bewaking de plek omgeeft.
Een officieel bord geeft aan dat het regime hier een boulevard en park gaat aanleggen, ondanks eerdere beloftes van het Regime aan de families dat het project geen schade zou berokkenen aan de plekken van de graven.
Amnesty schrijft: “De vernietiging van de graven volgt op een dertig jaar lange kampanje door de overheid van opgelegde verdwijning, waaronder het achterhouden van de waarheid over het lot en de verdwijning van hen die buitenrechterlijk gedood zijn in 1988, het aan families onthouden van het recht op ontvangst en begrafenis van de stoffelijke resten van hun geliefden volgens hun tradities, de ontheiliging van de begraafplaats door er een vuilnisbelt van te maken, het verbieden van rouwceremonies en het de kop indrukken van elke kritische publieke discussie over de moorden”.

De Massamoord van 1988
Op bevel van de toenmalige Hoogste Leider Ruhollah Khomeini zijn in 1988 in een paar maanden tijd 30.000 politieke gevangenen geëxecuteerd. Vele gedoden, waaronder tieners en ouderen, hadden hun straffen al uitgezeten en wachtten op hun vrijlating.
De moorden zijn door het Regime in de doofpot gestopt en de lijken zijn in massagraven gedumpt. De achtergebleven families zijn constant bedreigd met arrestatie en zelfs executie als zij vragen stelden over de massamoord van 1988. Dit is een vorm van marteling die verboden is onder de Internationale Convenant over Burger en Politieke Rechten en is een misdaad onder internationaal recht.
De Werkgroep van de VN over Gedwongen en Onvrijwillige Verdwijningen stelt: “een gevangenneming gevolgd door een buitenrechterlijke executie is een gedwongen verdwijning, indien…volgend op de detentie, of zelfs na het uitvoeren van de executie, staatsofficials weigeren het lot of het spoor van de betreffende personen te onthullen, of weigeren toe te geven dat de daad sowieso uitgevoerd is.”